Thetis gaat kopje onder bij titelkandidaat
Na de verloren wedstrijd van vorige week tegen De Rijn, stond zaterdagavond Arethusa uit Oss op het programma. De mannen van Thetis speelden zonder kersverse vader Raymond Rikken. Ook keeper Dennis Nieman was niet van de partij vanwege een scheurtje in zijn rib. Het keepersgebied werd uitstekend overgenomen door reservekeeper Koen van de Horst. Daarnaast was dit weekend het debuut in de bond voor Dennis Sonderen en Paul Flohil.
Na een spoedcursus nieuwe regels van de scheidsrechter ging de wedstrijd van start. Er werd door beide teams sterk begonnen. De openingstreffer was voor de Ossenaren maar Niek Berns zorgde al snel voor de gelijkmaker. Mark Verbaten kreeg in de eerste periode al twee kruisjes door persoonlijke fouten achter zijn naam waardoor hij de hele wedstrijd op scherp stond. Arethusa was sneller in de omschakeling en dat resulteerde in 6 doelpunten in de eerste periode. Na een goed getimede pass van Wilco Rutten kon Joeri van Bon de 6-2 binnen tikken.
Na oppeppende woorden van coach André Milder kon de tweede periode beginnen. Er werd creatief en dynamisch aangevallen maar ondanks dat floot de arbitrage vaak voor aanvallende fouten. Edo den Boef scoorde een prachtige strafworp boven het hoofd van de keeper. Arethusa liep deze periode niet veel verder uit. Het scorebord stond tijdens de rust op 9-4.
De derde periode was een herhaling van de vorige. Arethusa wist door verzorgd waterpolo drie keer het net te vinden. Thetis liet een aantal leuke acties zien maar miste vaak de nauwkeurigheid in de passing. Wilco het Edo scoorden voor Thetis.
In de laatste periode gooide Arethusa de gaskraan open en wist in de snelle omschakeling maar liefst 11 keer te scoren. Het was geen straf dat het gigantische scorebord door technische problemen de eindstand niet kon vertonen.
Aanstaande zaterdag komt De Rog uit Weert op bezoek. De wedstijd start om 19:30 uur.
Doelpuntenmakers: Wilco Rutten (3), Edo den Boef (2), Joeri van Bon (2), Niek Berns (1)
Periodestanden: 6-2, 9-4, 12-6, 23-8
Tekst Joeri van Bon